Sinds enige jaren wordt het NOSBO-jeugdkampioenschap in de voorjaarsvakantie gespeeld. De laatste jaren ben ik niet wezen kijken, maar voor dit jaar heb ik dat weer gedaan, ook omdat vijf spelers van mijn club, de Matadoren, meespeelden. Het werd een ontluistering.
Tot een jaar of vijf geleden, toen ik zelf deel uit maakte van de organisatie, die onder leiding van Bram Baptist stond, waren we deelnemersaantallen van meer dan 100 gewend (over alle categorieën samen). Nu waren dat er nog geen 50. Het niveau was in het algemeen niet al te hoog, al waren er uitzonderingen: Loek van der Hagen is een groot talent, die als E-speler al kampioen werd bij de D-jeugd, en ook waren er diverse meisjes aanwezig met een aardig niveau, zeker voor meisjes. Wel waren de beste spelers in diverse categorieën niet aanwezig: Jonas en Eelke behoren bij de landelijke top van hun leeftijd en zijn al geplaatst voor het NK. En ook bij de E waren Machteld en Loek niet aanwezig en kozen voor een toernooi in Zwolle. Maar ook in de breedte viel het in het algemeen niet mee, zeker in de jongste categorieën.
Aan het niveau en de kwantiteit van het deelnemersveld kan de NOSBO niet zoveel doen, daarvoor zijn hoofdzakelijk clubs verantwoordelijk. Het is duidelijk dat het niet goed gaat met het jeugdschaken in de NOSBO; deelnemersaantallen bij de Grand-Prixtoernooien lopen terug, uit plaatsen als Coevorden, Emmen, Hoogeveen en Winschoten komen nauwelijks nog spelers. Scepu staat op het punt de jeugdafdeling op te heffen, maar vooral in de stad is het droefenis. De Paardensprong is minder sterk dan een aantal jaren geleden, bij Staunton gebeurt nog wel iets en de Matadoren gaan langzaam maar zeker vooruit, maar er schaken in Groningen nog geen 40 jeugdspelers die aangesloten zijn bij de KNSB. Dat was ooit wel anders.
Maar waar de NOSBO wel iets aan zou kunnen doen is de organisatie van het toernooi zelf. De bond moet het PJK een uitstraling geven dat het het belangrijkste toernooi is van Noord-Nederland. En dat deed de bond helemaal niet (en wellicht ook de jaren ervoor niet).
Allereerst de voorjaarsvakantie. Ik vermoed dat het handiger is om in de herfstvakantie te spelen. Concurrentie van Hoogeveen is er nauwelijks, alleen de echte toppers doen daar aan mee en zouden toch niet aan het PJK meedoen. In de voorjaarsvakantie gaan er meer spelers op (wintersport)vakantie dan in de herfst. In de oudste categorieën was een flink aantal spelers niet aanwezig. Bij de A-jeugd is het al jaren hommeles, dit jaar slechts twee deelnemers, maar dat was een jaar of acht geleden ook al zo. Verder moeten de EFGH-categorieën zo laat mogelijk in het seizoen gespeeld worden en en open gesteld worden voor schoolschakers. Veel cursussen lopen tegen de meivakantie af, logisch is dan om het PJK FGH eind april te houden. De E-categorie kan dan spelen in februari of maart, want het NK is tijdens het paasweekeinde. Wellicht heeft de KNSB bezwaren tegen het toelaten van niet-KNSB leden, maar daar moet je dan maar schijt aan hebben, want het blijkt dat de invoering van deze maatregel, een jaar of vijf geleden, slecht is voor de regionale kampioenschappen.
Dan de uitstraling van het toernooi. Zorg als eerste voor bordnummers bij de borden, publiceer de tussenstanden en indelingen ook ergens centraal, i.p.v. ze alleen op de wedstrijdleiderstafel te leggen, zodat het publiek ook iets kan zien. Bram Baptist heeft een mooi wordprogramma gemaakt voor naamkaartjes, waarom wordt dat niet meer gebruikt? Er was geen live-verslaggeving op internet. Ouders op werk of opa's vinden het best interessant om te kijken hoe hun (klein)zoons/dochters ervoor staan. Voer alle partijen in voor zover mogelijk (erg moeilijk met de soms lelijke handschriften en slechte notatie) en publiceer ze zodat mensen ze kunnen downloaden.
Tegenwoordig heeft internet nog meer mogelijkheden dan vroeger. Waarom geen foto's geplaatst, dat moet toch niet moeilijk zijn? Verder zou je een paar interviewtjes kunnen maken met spelers en/of trainers en die online zetten.
De centrale ruimte leent zich uitstekend voor commentaar. Daar is i.h.a niet heel veel belangstelling voor, maar meestal toch genoeg om het te doen. Je zou ook spelers kunnen vragen om hun partij na te spelen en er iets over te vertellen.
Vroeger kregen de spelers voor een winstpartij in de laatste ronden een lootje. Voor de prijsuitreiking werden dan allerlei (schaak)gerelateerde dingen verloot, altijd een groot succes. Verder kreeg iedereen een herinnering. Voor een gewoon toernooi vind ik dat niet zo nodig, maar voor het toernooi der toernooien moet dat natuurlijk wel. Dit jaar kregen ze een soort sleutelhanger. Prima, maar deel die uit aan de borden, anders vergeet je vele spelers.
Traditie was ook om de winnaars een wisselbeker te geven. Ik heb bekers gezien waar wel 30 namen op stonden. Een mooi overzicht van de geschiedenis van een kampioenschap. Wel is het soms lastig ze terug te krijgen, zeker als de winnaar het jaar erna niet meedoet. Waar zijn die gebleven en waarom worden die niet meer uitgereikt? Twee staan er al vijf jaar in mijn studeerkamer en de NOSBO heeft er nooit naar gevraagd.
Tenslotte het Denksportcentrum. Ik vind het een aftands gebouw met relatief dure consumpties, een te kleine bar en lelijk meubilair. Het is natuurlijk makkelijk om daar een toernooi te houden, want er is genoeg schaakmateriaal aanwezig. Nadeel is ook de gebrekkige parkeergelegenheid, maar met deze deelnemersaantallen is dat geen bezwaar. Toch denk ik dat het beter is om uit te kijken naar een andere, meer moderne locatie. Sommige wijkcentra zijn geschikt of wellicht een PABO of andere middelbare school.
Om het toernooi beter te organiseren, zijn natuurlijk meer mensen nodig. Nu waren er twee hoofdorganisatoren, bijgestaan door een paar wedstrijdleiders (die niet al te best waren, op notatieplicht werd niet gecontroleerd, toen er een stelling ontstond waarbij misschien een beroep kon worden gedaan op de 50-zetten regel, werd het aantal zetten niet bijgehouden door de wedstrijdleider). In de gouden tijd van het PJK waren er wel meer dan 10 mensen bij het toernooi betrokken. Het is jammer (maar eigenlijk ook schandelijk) dat de kennis en kunde helemaal verloren is gegaan.
Een verslag van het toernooi alsmede de eindstanden is te vinden op www.nosbo.nl
SH-schaak
woensdag 2 maart 2016
woensdag 10 februari 2016
Jeugdschaken in Nederland, wat kan er beter
Enige maanden geleden was
er op het jeugdjournaal een item te zien over jeugdschaken. Het zou erg goed
gaan en de leden zouden toestromen. Beelden waren opgenomen op een toernooi in
Amsterdam.
Maar gaat het wel zo goed
met het jeugdschaken in Nederland? Uiteraard zijn er vast regio’s of steden
waar het jeugdschaken bloeit (naast Amsterdam hoor ik goede verhalen uit
Rotterdam), maar in het algemeen gaat het niet best met het jeugdschaken in den
lande. Het niveau in de breedte gaat op landelijke toernooien achteruit en ook
het deelnemersaantal van bijvoorbeeld het NK rapid in Eindhoven en het ONJK in
Borne is veel minder dan een aantal jaren geleden. Ik hoor vaak verhalen dat
het moeilijker is dan voorheen om zelfs talentvolle jeugdschakertjes van de
school naar een club te krijgen.
De KNSB was uiteraard blij
met deze positieve aandacht, maar het jeugdjournaal had wel wat meer research
mogen plegen.
Natuurlijk moeten de clubs
op lokaal niveau zorgen voor aanwas van beginnende schakers en verzorgen van
schoolschaaklessen alsmede het organiseren van een schoolschaakkampioenschap,
iets waarvoor de KNSB ondersteuning kan verlenen. Over wat er zoal op dit
gebied beter kan in de NOSBO zal ik in een andere column vermelden. Hieronder
een aantal dingen die de laatste 10 jaar bij de KNSB en landelijke toernooien
in negatieve zin zijn veranderd en enige mogelijke verbeterpunten.
Eerst een paar positieve
punten. De KNSB heeft goed ingesprongen op de moderne tijd door
internettoernooien en –trainingen aan te bieden. Ook de jeugdrating wordt vier
keer per jaar vernieuwd. Daarnaast worden nog steeds veel landelijke toernooien
en competities georganiseerd, meestal in samenwerking met lokale of regionale
organisatoren. Bovendien is men bezig
chessity te promoten, waarbij online schaaklessen kunnen worden gevolgd. Helaas is de opzet daarvan heel anders dan de stappenmethode, wat nogal verwarrend werkt. Didactisch kan er nog heel wat verbeterd worden aan deze site.
Maar bij veel van die
toernooien is, zoals gezegd, het kwalitatieve en kwantitatieve niveau van het
deelnemersveld omlaag gegaan. Dat dit gedaald is, is min of meer logisch. Met
minder jeugdschakers neemt het gemiddelde niveau af net als de
deelnemersaantallen.
Toch valt er op veel
toernooien nog wel iets te verbeteren.
De KNSB koos ervoor om
blindelings mee te gaan met de trend door op het NK-rapid ook increament toe te
passen. Omdat er dan elke ronde wel een of twee partijen langer duren dan 2 x
20 minuten, duurt elke ronde dus langer. Gevolg: voor veel spelers langere
pauzes. Daarom werd het toernooi noodgedwongen ingekort met twee ronden.
Hierdoor wordt de geluksfactor voor de ereplaatsen groter, veel kinderen die op
een bekerplaats eindigen, hebben elkaar niet getroffen. Bovendien wordt de
verhouding speel- versus reistijd in negatieve zin gewijzigd, voor spelers die
van ver weg komen kan dit een reden zijn om niet meer mee te doen.
Na afloop van de
prijsuitreiking, die weer verschrikkelijk lang duurde, waren er nauwelijks meer
spelers in de speelzaal aanwezig. Alle overgebleven spelers hadden zo’n beetje
een prijs en zaten op de trap te wachten op de slotfoto.
Dit kan een stuk sneller
door alleen de kampioenen naar voren te roepen. De overige prijswinnaars kunnen
op een centraal punt hun beker ophalen. En als de KNSB ook ophoudt met het
uitreiken van onzinnige bekers voor meisjeskampioenen in categorieën waar heel
weinig meisjes aan meedoen, zijn we ook geholpen. Ook jeugdschakers zijn niet
dom en beseffen heus wel dat zo’n beker in de meeste gevallen niets voorstelt. Stimuleren
van meisjesschaak moet niet op het hoogste podium gebeuren, maar onderin, op
scholen, clubs en regionale toernooitjes.
Zowel bij het
NK-schoolschaak als de jeugdclubcompetitie is er gekozen voor een Zwitsers
systeem, waarbij iedereen meerdere malen een verre reis moet maken. Vaak
doelloos, want als je team op de eerste dag meerdere malen verliest, strijd het
verder nergens om. Gevolg: spelers zijn minder gemotiveerd, veel invallers zijn
nodig en soms moet een team zich tijdelijk terug trekken.
Veel beter is het oude
systeem van poule-knock out. Plaatst een team zich voor het NK en wordt het dan
twee of drie keer verslagen, dan is men op waarde geklopt. Zo’n team hoeft niet
nog 2-3 keer af te reizen voor een paar partijtjes om des keizers baard.
Volgend seizoen een nieuwe kans.
Alleen voor de landelijke
AB-competitie is Zwitsers wel geschikt. De meeste spelers hier hebben wel het
niveau om langere partijen te spelen en bovendien is er een promotie/degradatie
systeem waardoor ook zwakkere teams tot de laatste ronde wel iets hebben om
tegen te strijden.
Iets wat helemaal overhoop
is gehaald het laatste decennium, zijn de landelijke trainingen. Van oudsher
was er een systeem van regionale trainingen voor diverse niveaus en leeftijden,
terwijl de allersterksten en meest talentvolle jeugdspelers centraal in Utrecht
getraind werden. Helaas ging de KNSB mee in het door de toenmalige talentcoach
Yge Visser voorgestelde systeem van veel meer en duurdere trainingen in
kleinere groepjes. Op zich niet verkeerd voor talenten om meer te trainen (dat
werd inderdaad te weinig gedaan), maar door de snelheid en vaagheid waarmee de
nieuwe plannen zouden moeten worden ingevoerd, was er geen draagvlak voor.
Gevolg was dat er veel
meer spelers privé trainingen gingen regelen (dat op zich niet verkeerd is), en
de KNSB het contact met de topspelers verloor. Ook wordt er nu niet meer
geselecteerd. Iedereen met een iets meer dan beginnersniveau mag zich aanmelden
voor de stertrainingen, ook spelers waarvan je weet dat er weinig potentie in
zit.
De KNSB kent wel
talentstatussen toe aan diverse spelers, dit naar rating en leeftijd, maar wat
de spelers precies aan zo’n status hebben, is nauwelijks duidelijk. Pas op heel
hoog niveau verzorgt de KNSB toptraingen.
Ik ben een voorstander van
de terugkeer naar het oude systeem. Op regionaal niveau, of op subregionaal niveau
(bij samenwerking van meerdere regionale bonden) worden spelers tot een jaar of
16 getraind. De regionale jeugdcommissie selecteert hiervoor spelers, na
feedback met de clubtrainers en jeugdleiders.
Vanaf een jaar of 10
kunnen de grootste jeugdtalenten in aanmerking komen voor landelijke training.
Spelers als Eelke de Boer of Jonas Hilwerda krijgen niets van de KNSB en moeten
hun trainingen zelf regelen. Terwijl er vast een stuk of 10 spelers van
hetzelfde niveau bij elkaar te brengen zijn die centraal getraind kunnen
worden. Deze spelers hebben er meestal wel een langere reistijd voor over om
met meer gelijkgestemden training te krijgen. Bij de meeste sporten is het
gebruikelijk dat de meest talentvolle spelers samen trainen, dit werkt niveau verhogend.
Eventueel kan er dan nog een
privé-trainer worden ingeschakeld voor meer individueel gebonden training
(partij-analyse, openingsrepertoire).
Op oudere leeftijd is het
vrijwel onmogelijk om nog trainingspartners in de eigen regio te vinden, dus is
landelijke training noodzakelijk.
Daarnaast zou de KNSB met
een groot aantal talenten kunnen afspreken om gezamenlijk een toernooi te
spelen en dan zorgen voor begeleiding (zoals nu gebeurt bij het chessfestival
in Groningen)
De KNSB kan dan met alle
talenten afspreken dat in ruil voor trainingen op niveau, iedereen meedoet aan
het NK-jeugd. Dit toernooi is de laatste jaren steeds zwakker geworden. Deels
omdat de allerbeste spelers geen zin meer hebben om te spelen tegen zwakke
broeders, deels omdat de kampioen niet meer uitgezonden wordt, tenzij hij/zij een
torenhoge rating heeft.
Ook dat moet natuurlijk
gewijzigd worden.
De stertrainingen worden
dus alleen toegankelijk voor geselecteerde jeugdspelers en daardoor iets
speciaals. Niet meer vrijheid – blijheid. Het stelt in deze vorm weer wat voor.
Minder talentvolle jeugdspelers kunnen desgewenst door regionale bonden
getraind worden.
De afgelopen maanden kwam
ik regelmatig oproepen voor crowdfunding tegen om een reis naar een EK- of
WK-jeugd mogelijk te maken. Een goed initiatief van veel spelers, want de KNSB
is niet draagkrachtig genoeg om voor iedereen zo’n reis te betalen. Ik weet niet
of de KNSB meegeholpen heeft of geadviseerd heeft om zoiets te doen, maar dat
zou de bond wel sieren. Daarnaast zou de KNSB ook iemand in dienst moeten
hebben die de talenten adviseert in het opzetten van een eigen website. Op zo’n
site zouden dan toernooiverslagen kunnen komen, partijen, foto’s e.d. en
natuurlijk worden sponsoren genoemd. Wellicht wordt het dan nog aantrekkelijker
voor de supermarkt om de hoek en de lokale slager om iets te doneren.
De laatste jaren heeft de
KNSB diverse lidmaatschappen ingevoerd. Zo zijn er speelZ-leden,
schoolschaakleden en ratingleden. Erg goed, want voor de toekenning van
subsidie kijkt het NOC/NSF niet naar soorten leden, maar naar het totale
aantal. Helaas is er ook een regel die juist voorkomt dat spelers snel lid
worden van de KNSB.
De KNSB heeft een aantal
jaren geleden de regel ingesteld dat iedereen die aan een regionale voorronde
van een nationaal kampioenschap meedoet, volwaardig KNSB moet zijn. Dat is voor iets oudere jeugdspelers een normale
zaak, maar voor de jongste categorieën zeker niet. Aan de regionale
jeugdkampioenschappen in t/m 10 jaar en jonger deden vroeger veel
schoolschakers mee. Als een van hen dan op een NK-plaats eindigde, werd zo’n
jeugdspeler snel lid gemaakt van een club. Nu doen veel talentvolle spelertjes
niet meer mee aan een regionaal PJK. Slecht voor zo’n toernooi en slecht voor
de KNSB.
Maar misschien is het
allerbelangrijkste knelpunt dat er geen landelijke jeugdcommissie is, een
denktank die het bestuurslid jeugdzaken van advies kan voorzien. Vroeger
bestond deze commissie uit mensen met diverse schaakachtergronden: trainers,
jeugdleiders en een paar vertegenwoordigers van regionale bonden. Nieuwe ideeën
werden in kleine kring voor besproken en gefinetuned. Vervolgens kregen op de
landelijke jeugdleidersvergadering vertegenwoordigers van de regionale bonden
kans om hierop te reageren. Helaas is deze commissie een jaar of zes geleden
afgeschaft, onder het bewind van de vroegere bestuurslid jeugdzaken, Monique
Stam. En ook de jeugdleidersvergadering komt minder frequent bijeen. De meeste
jeugdzaken worden nu weer behandeld op de bondsraad, waar veel
vertegenwoordigers zitten die weinig kaas van het jeugdschaak gegeten hebben.
Vroeger was niet alles
beter, maar betere gestructureerde en democratische besluitvorming wel.
zaterdag 26 december 2015
EK rapid en snelschaken
Van 18 t/m 20 december werd in Minsk het Europees kampioenschap snelschaak en rapidschaak gehouden. Een leuke aanleiding om eens een bijzonder land te bezoeken. Dus een en ander uitgezocht een advertentie gemaakt op mijn website, dematadoren.123website.nl
en gepubliceerd.
Drie mensen bleken tijd te hebben om mee te doen. Brent Burg is een oud jeugdschaker die ook dikwijls als begeleider samen met mij actief was in Saint-Lo. Barry Broek deed daar diverse malen aan mee en het was eigenlijk hij die mij attent maakte op dit toernooi. Albert Vermue is schaakleraar in Zeeland en ook al jaren voorzitter van de ZSB. Verder deed er nog een Nederlander mee. Yonne Tangelder, in de jaren 90 een Limburgs jeugdtalent en nu actief voor de Noorse schaakbond, bleef na haar studie in Noorwegen hangen en raakte bevriend met een Noorse GM.
Zowel hij als wij hadden contact met Vladimir Polley, een Wit-Russische trainer die in Stockholm woont en wie ik ontmoet had op onze schaakreizen naar Saint-Lo. Gevlogen op Vilnioes, daar het visum opgehaald (voor deelnemers aan dit toernooi gratis, normaal moeten mensen 60 euro betalen), en vervolgens met de trein afgereisd naar Minsk.
Op het station werden we opgehaald door de toernooidirecteur himself, Nikolai Zarubitskiy. Ook hem kenden we al. Als vader van een talentvolle jeugdspeler was hij al twee keer meegekomen naar Saint-Lo. Daar had hij zich misdragen na een in zijn ogen onterecht verlies van het Belarusteam in het pannenkoekentoernooi. Prachtige Wit-Russische vloeken, want deze man spreekt geen woord over de grens.
We overnachtten in het hotel Belarus, op zo'n 500 meter van de toernooizaal, in het centrum van de stad. Een goed hotel, al waren de kamers aan de kleine kant. De bedden waren prima, de sanitaire voorzieningen ook, net als het internet, dat alleen 's avonds wat aan de trage kant was door het grote gebruik ervan. En dat slechts voor 27 euro per persoon per nacht. Het ontbijt was uitgebreid, maar duur (10 euro), reden dat wij in een dichtbij gelegen bakkerijtje, op Franse leest gestoeld, ons dagelijks tegoed deden aan escargots, chocoladebroodjes en croissants.
Het duurde behoorlijk lang voordat iedereen de speelzaal, het ijshokkiestadion van Dinamo Minsk, binnen was. De meer dan 600 deelnemers konden slechts door twee deuren en iedereen moest worden gescand en gefouilleerd. Gevolg was dat de eerste ronde een uur uitliep. Wel kon het toernooi nu beginnen met een normale opening, en niet zoals gepland, eerst twee ronden en dan de opening. We dachten dat dit gedoe alleen de eerste dag zou gebeuren, in verband met het bezoek van enkele hoogwaardigheidsbekleders (waaronder ook de FIDE-president), maar dat bleek niet het geval. Ook op de andere dagen werd iedereen gefouilleerd, maar er waren gelukkig meer scanners, waardoor alles sneller doorstroomde.
De opening bestond uit een volksdans van een Wit-Russisch dansgezelschap en praatjes van Shampoo, minister van sport in Wit-Rusland, waarschijnlijk bekend van het witwassen, de schurk Azmaiparischvili (president van de ECU), die in het verleden vanwege malversaties en fysiek geweld in een Spaanse cel heeft gezeten, en de hoofdarbiter, de al oude, maar altijd sympathieke Philippowitz.
Op de eerste dag moesten er 11 ronden Zwitsers worden gespeeld. Een beetje weinig, zo leek het ons. Gelukkig moesten we elke opponent met beide kleuren bestrijden, zodat er 22 potjes gespeeld werden. Tempo: 3 minuten + 2 seconden per zet. Gevolg van dit systeem was dat er behoorlijke wachttijden waren tussen de rondes. Van het Amsterdams systeem, veel gebruikt in Nederland, heeft men bij de FIDE schijnbaar nog nooit gehoord. Als er met ons systeem groepen van 8 en finalegroepen van 10 worden gevormd, is er veel minder wachttijd tussen de rondes en kunnen er meer partijen worden gespeeld. Ook het increament is niet goed voor het snelschaken. Bij het snelschaken is de klok nu juist een wapen. Prachtig als mensen in gewonnen stelling door hun vlag gaan en gefrustreerd raken. Met increament, bij andere tempi wel goed (mits in juiste proporties toegepast), is het snelschaken toch iets anders geworden.
De Nederlanders speelden naar behoren. Brent behaalde 13 punten (plaats 142), Albert 11 (plaats 302), ik 10 (plaats 357, als ik de laatste twee partijen waar ik goed tot gewonnen stond ook in winst had omgezet, was ik tevreden geweest met mijn prestatie, nu niet) en Barry, de zwakste schaker van ons, 9 (plaats 441). Over het puntenaantal van Yonne zal ik het niet hebben. Van onze groep scoorde iedereen minimaal evenveel als Nigel Short, de Engelsman die na een aantal rondes voortijdig afhaakte. Hij kwam vooral voor toeristische redenen (heeft inmiddels 109 landen bezocht, zelfs Tivi kan hier niet aan tippen) en bovendien is 22 rondes iets te veel voor een man van zijn leeftijd.
Complete eindstand
De volgende twee dagen stonden opnieuw 11 ronden Zwitsers op het programma, nu volgens het rapidtempo (15 minuten + 10 seconden per zet). In het algemeen bij ik een redelijke rapidschaker geweest en ik behaalde nu ook een goede plusscore van 6,5, goed voor plaats 226. Brent haalde een half puntje meer (plaats 144). Albert was de tweede dag matig op dreef en bleef steken op 4 punten (plaats 578). Zelfs Barry eindigde hoger (plaats 555, ook 4 punten).
Al op het NK-rapid in Eindhoven was duidelijk dat rondes met dit tempo langer duren dan 2 x 20 minuten. Vrijwel elke ronde is er wel een zeeslang waardoor de ronde minuten uitloopt. Gevolg: lange pauzes voor veel mensen tussen de ronden en uitloop van het toernooi. FIDE en KNSB, denk toch eens na! Beter lijkt me een tempo van 15 + 2 seconden increament. Elke elementair gewonnen of remise eindspel krijgt ook daadwerkelijk die uitslag en er is vrijwel geen uitloop.
Complete eindstand
Voor de rest een prima toernooi. Goede catering met koffie, lekker ijs, en andere dingen, duidelijk zichtbare wedstrijdleiders, die niet veel meer te doen hadden dan klokken weer goed zetten en stoelen rechtzetten, zo'n 50 liveborden, tv-coverage, uitleg bij partijen. De 2600-plus speler hadden een eigen ruimte voor hapjes en drankjes, iets waar ik ook dankbaar gebruik van heb gemaakt. Controle was er namelijk niet.
Natuurlijk kun je twijfels hebben bij de opzet van een toernooi. Dat ik aan een EK kan meedoen is eigenlijk belachelijk, maar het is ook de charme dat je een keer tegen een goede speler kan spelen, want die waren er genoeg. Om de geluksfactor kleiner te maken pleit ik toch voor meerdere niveaugroepen, zoals in Nederland vaak gebruikelijk, met voor de hoogste groep een ondergrens van 2500. En bij het snelschaken voor het Amsterdams systeem. Ik hoop dat de FIDE mijn blog leest.
Na het toernooi nog wat van Minsk en omgeving gezien (daarover in een ander blog meer). Volgend jaar schijnt het toernooi in Estland te worden gehouden. Wederom een overweging om mee te doen, al was het maar om eens de veerboot naar Finland te nemen, een van de landen in Europa waar ik nog niet geweest ben.
Drie mensen bleken tijd te hebben om mee te doen. Brent Burg is een oud jeugdschaker die ook dikwijls als begeleider samen met mij actief was in Saint-Lo. Barry Broek deed daar diverse malen aan mee en het was eigenlijk hij die mij attent maakte op dit toernooi. Albert Vermue is schaakleraar in Zeeland en ook al jaren voorzitter van de ZSB. Verder deed er nog een Nederlander mee. Yonne Tangelder, in de jaren 90 een Limburgs jeugdtalent en nu actief voor de Noorse schaakbond, bleef na haar studie in Noorwegen hangen en raakte bevriend met een Noorse GM.
Zowel hij als wij hadden contact met Vladimir Polley, een Wit-Russische trainer die in Stockholm woont en wie ik ontmoet had op onze schaakreizen naar Saint-Lo. Gevlogen op Vilnioes, daar het visum opgehaald (voor deelnemers aan dit toernooi gratis, normaal moeten mensen 60 euro betalen), en vervolgens met de trein afgereisd naar Minsk.
Op het station werden we opgehaald door de toernooidirecteur himself, Nikolai Zarubitskiy. Ook hem kenden we al. Als vader van een talentvolle jeugdspeler was hij al twee keer meegekomen naar Saint-Lo. Daar had hij zich misdragen na een in zijn ogen onterecht verlies van het Belarusteam in het pannenkoekentoernooi. Prachtige Wit-Russische vloeken, want deze man spreekt geen woord over de grens.
We overnachtten in het hotel Belarus, op zo'n 500 meter van de toernooizaal, in het centrum van de stad. Een goed hotel, al waren de kamers aan de kleine kant. De bedden waren prima, de sanitaire voorzieningen ook, net als het internet, dat alleen 's avonds wat aan de trage kant was door het grote gebruik ervan. En dat slechts voor 27 euro per persoon per nacht. Het ontbijt was uitgebreid, maar duur (10 euro), reden dat wij in een dichtbij gelegen bakkerijtje, op Franse leest gestoeld, ons dagelijks tegoed deden aan escargots, chocoladebroodjes en croissants.
Het duurde behoorlijk lang voordat iedereen de speelzaal, het ijshokkiestadion van Dinamo Minsk, binnen was. De meer dan 600 deelnemers konden slechts door twee deuren en iedereen moest worden gescand en gefouilleerd. Gevolg was dat de eerste ronde een uur uitliep. Wel kon het toernooi nu beginnen met een normale opening, en niet zoals gepland, eerst twee ronden en dan de opening. We dachten dat dit gedoe alleen de eerste dag zou gebeuren, in verband met het bezoek van enkele hoogwaardigheidsbekleders (waaronder ook de FIDE-president), maar dat bleek niet het geval. Ook op de andere dagen werd iedereen gefouilleerd, maar er waren gelukkig meer scanners, waardoor alles sneller doorstroomde.
De opening bestond uit een volksdans van een Wit-Russisch dansgezelschap en praatjes van Shampoo, minister van sport in Wit-Rusland, waarschijnlijk bekend van het witwassen, de schurk Azmaiparischvili (president van de ECU), die in het verleden vanwege malversaties en fysiek geweld in een Spaanse cel heeft gezeten, en de hoofdarbiter, de al oude, maar altijd sympathieke Philippowitz.
Op de eerste dag moesten er 11 ronden Zwitsers worden gespeeld. Een beetje weinig, zo leek het ons. Gelukkig moesten we elke opponent met beide kleuren bestrijden, zodat er 22 potjes gespeeld werden. Tempo: 3 minuten + 2 seconden per zet. Gevolg van dit systeem was dat er behoorlijke wachttijden waren tussen de rondes. Van het Amsterdams systeem, veel gebruikt in Nederland, heeft men bij de FIDE schijnbaar nog nooit gehoord. Als er met ons systeem groepen van 8 en finalegroepen van 10 worden gevormd, is er veel minder wachttijd tussen de rondes en kunnen er meer partijen worden gespeeld. Ook het increament is niet goed voor het snelschaken. Bij het snelschaken is de klok nu juist een wapen. Prachtig als mensen in gewonnen stelling door hun vlag gaan en gefrustreerd raken. Met increament, bij andere tempi wel goed (mits in juiste proporties toegepast), is het snelschaken toch iets anders geworden.
De Nederlanders speelden naar behoren. Brent behaalde 13 punten (plaats 142), Albert 11 (plaats 302), ik 10 (plaats 357, als ik de laatste twee partijen waar ik goed tot gewonnen stond ook in winst had omgezet, was ik tevreden geweest met mijn prestatie, nu niet) en Barry, de zwakste schaker van ons, 9 (plaats 441). Over het puntenaantal van Yonne zal ik het niet hebben. Van onze groep scoorde iedereen minimaal evenveel als Nigel Short, de Engelsman die na een aantal rondes voortijdig afhaakte. Hij kwam vooral voor toeristische redenen (heeft inmiddels 109 landen bezocht, zelfs Tivi kan hier niet aan tippen) en bovendien is 22 rondes iets te veel voor een man van zijn leeftijd.
Complete eindstand
De volgende twee dagen stonden opnieuw 11 ronden Zwitsers op het programma, nu volgens het rapidtempo (15 minuten + 10 seconden per zet). In het algemeen bij ik een redelijke rapidschaker geweest en ik behaalde nu ook een goede plusscore van 6,5, goed voor plaats 226. Brent haalde een half puntje meer (plaats 144). Albert was de tweede dag matig op dreef en bleef steken op 4 punten (plaats 578). Zelfs Barry eindigde hoger (plaats 555, ook 4 punten).
Al op het NK-rapid in Eindhoven was duidelijk dat rondes met dit tempo langer duren dan 2 x 20 minuten. Vrijwel elke ronde is er wel een zeeslang waardoor de ronde minuten uitloopt. Gevolg: lange pauzes voor veel mensen tussen de ronden en uitloop van het toernooi. FIDE en KNSB, denk toch eens na! Beter lijkt me een tempo van 15 + 2 seconden increament. Elke elementair gewonnen of remise eindspel krijgt ook daadwerkelijk die uitslag en er is vrijwel geen uitloop.
Complete eindstand
Voor de rest een prima toernooi. Goede catering met koffie, lekker ijs, en andere dingen, duidelijk zichtbare wedstrijdleiders, die niet veel meer te doen hadden dan klokken weer goed zetten en stoelen rechtzetten, zo'n 50 liveborden, tv-coverage, uitleg bij partijen. De 2600-plus speler hadden een eigen ruimte voor hapjes en drankjes, iets waar ik ook dankbaar gebruik van heb gemaakt. Controle was er namelijk niet.
Natuurlijk kun je twijfels hebben bij de opzet van een toernooi. Dat ik aan een EK kan meedoen is eigenlijk belachelijk, maar het is ook de charme dat je een keer tegen een goede speler kan spelen, want die waren er genoeg. Om de geluksfactor kleiner te maken pleit ik toch voor meerdere niveaugroepen, zoals in Nederland vaak gebruikelijk, met voor de hoogste groep een ondergrens van 2500. En bij het snelschaken voor het Amsterdams systeem. Ik hoop dat de FIDE mijn blog leest.
Na het toernooi nog wat van Minsk en omgeving gezien (daarover in een ander blog meer). Volgend jaar schijnt het toernooi in Estland te worden gehouden. Wederom een overweging om mee te doen, al was het maar om eens de veerboot naar Finland te nemen, een van de landen in Europa waar ik nog niet geweest ben.
zaterdag 18 juli 2015
woensdag 15 juli 2015
Klasseringen Nederlanders
Jeugdtoernooi
10. Jip Damen 6,5-9 TPR 177514. Oele Dijkhuis 6,5-9 TPR 1685
44. Carsten van der Hoeven 5,5-9 TPR 1520
46. Barry Broek 5,5-9 TPR 1496
55. Sarah van Rooden 5,5-9 TPR 1551
64. Joppe Kroon 5-9 TPR 1424
73. Luuk Weidema 4,5-9 TPR 1486
119. Kevin Brands 3,5-9 TPR 1358
129. Dominique Kroon 3,5-9 TPR 1220
131. Klaas-Jan Koedijk 3,5-9 TPR 1211
143. Dylan van Vliet 3-9 TPR 1117
Open toernooi
7. Ivo Maris 6,5-9 TPR 234555. Yannic Husers 4-9 TPR 1777
De eindstanden
Eindstand jeugdtoernooi
Eindstand open toernooi
Foto's
dinsdag 14 juli 2015
Saint-Lo 2015: de laatste dagen
Op de voorlaatste speeldag gebeurde weinig bijzonders. Jip
kon een zeer goede klassering definitief vergeten door een nogal passief
gespeelde opening. Oele won weer en kon bij een goed resultaat in de slotronde
hoog eindigen in zijn leeftijdscategorie.
Tijdens een van de maaltijden van de mensa bleek dat de
dames een soort ranking de stars hadden bijgehouden. Hier de resultaten:
Intelligentste hoofd: Jip
Knapste kop: Jip
Mooiste neus: Joppe
Mooiste benen: Jip
Mooiste haar: Luuk
Best gekleed: Barry
Grootste carrierekansen: Luuk en Sarah
Op hoogste leeftijd kinderen: Carsten en Sarah
Beste gevoel voor humor: Hiddo
De overige ranglijsten ben ik vergeten.
’s Avonds werd er door Luuk, Sarah, Yannic, Joppe, Oele,
Dominique en Hiddo in een nabijgelegen bowlingcentrum gebowld, met goed
internet. Sarah toonde zich de sterkste van een armoedige competitie. Joppe
kwam na 0-6 nog redelijk terug, maar met Oele bowlen is levensgevaarlijk. Joppe
zal t.z.t. een zeer grappig filmpje op internet zetten.
De laatste dag is het vroeg opstaan, want de ronde begint
om 9.00 uur. Jip won en werd tweede in zijn leeftijdscategorie, Oele won ook en
werd met dezelfde score vierde C-tje. In de open groep sloot ook Ivo het
toernooi goed af en won ruim 100 euro. De Nederlandse spelers kunnen redelijk
tevreden zijn: vrijwel iedereen scoorde beter dan zijn rating.
Het door sommigen geplande zwembadbezoek viel in het
water: het weer was niet echt goed, er was te weinig tijd, anderen hadden weer
geen zin, dus werd er na de lunch wat rond gehangen, wat gevoetbald en weer
geweerwolfd.
De prijsuitreiking begon om 16.30 uur. Weer kreeg
iedereen een prijs (behalve Yannic, want die speelde bij de volwassenen mee)
die kon worden gekozen uit de ruim gevulde tafel met speelgoed en elektronica.
Onder andere werd een printer, een fotocamera, een ipad, jeu de boules, een
dartspel en een muis gescoord. Ook Hiddo nam een muis mee, want hij had de
zijne bij de Mac laten liggen.
Na 1,5 uur praatjes en prijzen afhalen waren er weer de
gratis drankjes en koekjes. Weer geen chips. Daarna namen de Fransen afscheid,
ging de organisatie opruimen en moesten de Nederlanders de laatste partijen
invoeren. Hiddo ging naar het bowlingcentrum om te internetten (het vorige
verslag), samen met de Sloveense familie die voor het 2e jaar
aanwezig was.
Om 20.00 uur was iedereen bij de mensa, behalve Barry die
met de animateurs naar de Mac, een café en ook het bowlingcentrum ging.
Voor het eerst wijn bij het eten, maar die was niet te
drinken.
In de avond eerst kamers opruimen en koffer inpakken en
daarna leuke dingen doen. Bedtijden waren opgeheven, maar opvallend weinig
spelers gingen de hele nacht door. Wel werd nog even alle door de organisatie
beschikbaar gestelde ontbijtpakketten in de lockers gestopt, zodat de Russen,
Polen en Roemenen wel even moesten zoeken voordat ze iets te eten zouden
krijgen.
Om 8.15 stonden de wagens klaar om ons, een paar Russen
en de Roemenen naar het station te brengen. Er was zelfs een gedeelte van de
trein voor ons gereserveerd!
Precies op tijd arriveerden we in Caen, waar de automaat
heerlijke koffie schonk en Yannic eindelijk een Charlie Hebdo kon lezen. Ook de
trein naar St. Lazaire, Parijs had geen vertraging. Op het station namen we
snel afscheid van de Roemenen om daarna de metro naar de Eiffeltoren te pakken,
met bagage en al.
Bij Trocadero een groepsfoto gemaakt, daarna afgedaald
naar de brug over de Seine waar Hiddo zijn oude candid camera grapje weer
tevoorschijn haalde. Het werkte nog steeds…
Koffers onder bewaking bij de toren neergezet en kinderen
kregen ruim een uurtje om hier eens rond te kijken. De meesten namen enkele
dure consumpties, Sarah kocht een paar gekleurde Eiffeltorentjes en Dylan werd
beroofd van 25 euro.
Het tijdschema was iets te krap, maar gelukkig hadden we
nog een minuut of 8 over voordat de Thalys vertrok. Wat slapen, filmpje kijken,
filosofische gesprekken met Dylan, wat lezen en de nodige ongein later en we
waren al weer in Rotterdam. Onverwacht stonden er toch nog ouders op het perron.
Helaas stond de vader van Klaas-Jan in de file en zou pas later komen. Gelukkig
nam de moeder van Kevin hem mee uit eten.
Buiten de poortjes stonden de families van de dames ons
op te wachten. Daarna snel afscheid genomen, gegeten bij de Burger King en bij
een smerige Koreaan.
Om 19.05 de trein naar Groningen genomen en wat er in
Frankrijk niet gebeurde, werd in Nederland natuurlijk wel een feit: vertraging
vanwege een kapotte wissel. Helaas slechts 20 minuten, zodat Ivo, Yannic en ik
geen geld terug kregen.
Tegen 22.45 was ik thuis. Nog even Langs de lijn
geluisterd, het antwoordapparaat beluisterd en daarna onder het tourjournaal in
slaap gevallen.
Volgend jaar start een etappe van de tour in Saint-Lo.
Waarschijnlijk zal het toernooi dan pas om 8 juli beginnen. Naar alle
waarschijnlijkheid wordt er weer een nieuwe schaakreis naar Saint-Lo
georganiseerd, maar misschien wel iets uitgebreider met voorafgaand aan het
toernooi een bezoek aan de tour, een volledige dag invasiestranden, het tapijt
van Bayeux en een bezoek aan Mont St. Michel. Zodra de organisatie de
toernooidata bekend maakt, zal ik e.e.a. onderzoeken.
zondag 12 juli 2015
Scoretabel Nederlanders in Saint-Lo
Scoretabel Saint-Lo 2015 | ||||||||||
1e | 2e | 3e | 4e | 5e | 6e | 7e | 8e | 9e | Totaal | |
Ivo | 1 | 1 | 1 | 0 | 1 | 1 | 0 | 0,5 | 1 | 6,5 |
Jip | 1 | 1 | 1 | 1 | 0,5 | 0 | 1 | 0 | 1 | 6,5 |
Oele | 1 | 0,5 | 1 | 0,5 | 1 | 0,5 | 0 | 1 | 1 | 6,5 |
Carsten | 1 | 0 | 1 | 0,5 | 0 | 1 | 0 | 1 | 1 | 5,5 |
Barry | 1 | 0 | 0,5 | 0 | 0,5 | 1 | 0,5 | 1 | 1 | 5,5 |
Sarah | 0,5 | 0 | 1 | 1 | 0,5 | 1 | 1 | 0 | 0 | 5 |
Joppe | 1 | 0,5 | 0 | 0,5 | 0,5 | 0,5 | 1 | 0 | 1 | 5 |
Luuk | 1 | 1 | 1 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0,5 | 1 | 4,5 |
Yannic | 0 | 1 | 0 | 1 | 0 | 1 | 0 | 1 | 0 | 4 |
Kevin | 1 | 1 | 0 | 0 | 0,5 | 0 | 0 | 1 | 0 | 3,5 |
Dominique | 1 | 0 | 0 | 1 | 0 | 0 | 1 | 0,5 | 0 | 3,5 |
Klaas-Jan | 0 | 1 | 0 | 0 | 0 | 1 | 0,5 | 1 | 0 | 3,5 |
Dylan | 0,5 | 0 | 0 | 0,5 | 0 | 1 | 1 | 0 | 0 | 3 |
10 | 7 | 6,5 | 6 | 4,5 | 8 | 6 | 7,5 | 7 | 62,5 |
Abonneren op:
Posts (Atom)