Het rapidtoernooi van SC Groningen: ter ziele, de
rapidtoernooien van Johan Zwanepol in Bedum en Peize: ze bestaan niet meer. Het
Unitas schaakfestival: wordt niet meer georganiseerd. Het Staunton
gambiettoernooi, kent u dat nog? Ook de toernooien van SV Lewenborg, het
rapidtoernooi van Haren en het rapidtoernooi van Leek bestaan niet meer. Vorig
seizoen werd het weekendtoernooi van SC Groningen en afgelast en dit seizoen
verdween het toernooi van Oostermoer van de kalender. Kortom, het lijkt slecht
te gaan met het toernooileven in de NOSBO. In de herfst van dit seizoen vond
slechts een eendagstoernooi plaats, namelijk het Ganzenmarkt toernooi in
Coevorden. Onlangs trok het NOSBO-rapidkampioenschap slechts 17 deelnemers.
Ik zeg lijkt slecht te gaan, want er zijn nog steeds twee
grote meerdaagse toernooien in Hoogeveen en Groningen en er is het
Atlantistoernooi, helaas wat minder prestigieus bezet dan een aantal jaren
geleden. Haren organiseert voor de tweede jaar het Postiljon toernooi, als
opvolger van de Jannescup. In Assen werden aan het begin van het seizoen en in
het nieuwe jaar twee vierkampentoernooien georganiseerd, waarbij een toernooi
als opvolger van het weekendtoernooi kan worden gezien. Blijkbaar houden
schakers tegenwoordig meer van lange partijen en minder van het snelle werk.
Verder trok het boerenkoolschaaktoernooi 54 deelnemers, lang niet slecht.
Toch zijn er meer aanwijzingen voor een neerwaartse trend
van het noordelijke schaakleven. De interne competities van veel verenigingen,
zeker van die in de stad, lopen matig. De opkomst is niet hoog en de gemiddelde
leeftijd wordt elk jaar hoger. (uitzonderingen in opkomst zijn er ook:
Hoogeveen, Assen, Staunton, Lewenborg). Het aantal teams dat meedoet aan de
externe competities wordt elk jaar lager. Het getrapte systeem met een
promotieklasse, twee eerste klassen, vier tweede klassen en daaronder de derde
klassen moest de laatste jaren telkens aangepast worden. Uiteindelijk bleven er
twee tweede klassen over en is de derde klasse afgeschaft en vervangen door een
viertallen competitie waaraan ook sterkere spelers mogen meedoen. Het
ledenaantal van de NOSBO is het afgelopen seizoen met 7% gedaald tot 880. Eens
waren er tussen de 1200 en 1300 spelers…
In de stad gaan Unitas en SC Groningen fuseren. Veendam
en HSP werken extern al samen, net als sinds dit seizoen Haren en Oostermoer.
Dit soort samenwerkingsverbanden doe je niet uit weelde.
Ook grandprix toernooien voor de jeugd trekken iets
minder deelnemers dan in de hoogtijdagen (terwijl er meer spelers uit Friesland
en Meppel meedoen) en aan de jeugdclubcompetities doen slechts een handjevol
teams mee. Wel is er sinds een aantal jaren de NJC, zonder
leeftijdscategorieën, waaraan zo’n 10 teams meedoen uit de drie noordelijke
provincies. Maar over het jeugdschaak meer in een toekomstige column.
Oorzaken zijn moeilijk te noemen. In de provincie hebben
we te maken met krimp en trekt de jonge hoog opgeleide jeugd weg. Er blijven
steeds minder mensen over die schaakmindend zijn. Clubs als Ter Apel,
Valthermond, Eelde/Paterswolde, DSC/DAC en Ten Boer lijken, als er niets
gebeurt, op termijn te verdwijnen.
Een andere trend is dat jongeren, als ze al blijven
spelen, nauwelijks nog clubavonden bezoeken. Kennelijk moet er altijd wat op
het spel staan, en wil men niet een avond vrijblijvend een partijtje spelen.
Sinds de eeuwwisseling neemt het schaken op internet een
grote vlucht. Op diverse sites kan iedereen trainen en schaakpartijen spelen
met vrijwel elk gewenst tempo. Misschien wordt er in Nederland meer geschaakt
dan ooit, maar voor het clubleven is internet niet goed.
Verder is het moeilijk bestuurlijk kader te vinden. Bij
de twee ooit grootste clubs van de NOSBO, SC Groningen en Unitas, is het
bestuur onderbezet en de kwaliteit van veel zittende bestuursleden is in het
algemeen niet hoog, ook bij andere clubs in en buiten de stad. Ook het NOSBO-bestuur
bestaat uit slechts drie personen. Veel meer dan op de winkel passen kan men
dan niet.
Het lijkt er bovendien op dat veel clubs en het
NOSBO-bestuur het allemaal welletjes vinden. Er wordt niet veel ondernomen om
het noordelijke schaakleven te verbeteren of nieuwe leden te werven. Op de
laatste ALV was de teruggang in leden geen agendapunt, wel stonden allerlei
reglementswijzigingen op het programma (ook niet onbelangrijk, maar was dat de
grootste prioriteit?). Natuurlijk is het lastig om een eendagstoernooi te
organiseren als er nog geen 30 spelers op af komen: de financiën staan dan
onder druk en voor de organisatie is een toernooi met weinig animo niet leuk.
Voor de weinige deelnemers wordt een toernooi ook steeds minder interessant,
want het niveauverschil is soms groot, waardoor er weinig interessante
tegenstanders zijn.
De toernooien in Dwingeloo en Hoogeveen trekken wellicht
nog wel heel wat deelnemers omdat de afstand met andere bonden gering is,
waardoor er ook spelers uit de FSB, SBO en OSBO komen.
Wat zou er gedaan kunnen worden om het tij te keren?
Tegen trends doe je niet veel, aan maar de apathische houding kan wat gedaan
worden.
Iedere club in de NOSBO zou een toernooi moeten
organiseren. Een weekend-, eendags-, snelschaak-, rapid- of thematoernooi,
maakt niet uit wat. Als er voor een tempo te weinig animo is, zorg dan dat je
tegelijktijdig een vierkampentoernooi en een rapidtoernooi samen organiseert.
Veel ouderen vinden snel- en rapidschaak te vlug en hebben te weinig energie voor
lange partijen. Vroeger zag je veel vierkampentoernooien. Nu zijn ze verdwenen,
terwijl er misschien een groter publiek voor is.
Als ESG, Groningen, Sissa, Unitas, Staunton, Lewenborg,
Leek en HSP weer een toernooi organiseren, wordt het toernooiaanbod zo’n beetje
verdubbeld. Om geen verlies te lijden, zou de NOSBO, die er financieel niet
slecht voor staat (maar hoe lang nog met de teruglopende ledenaantallen?)
garant kunnen staan voor een bedrag. De prijzen bij die toernooien hoeven niet
altijd in geld te worden uitgekeerd, zoals nu gebruikelijk. Vraag de
plaatselijke slijterij, de slagerij en de supermarkt om bijdragen en keer prijzen
in natura uit. 80% van de deelnemers krijgt toch geen prijs, het gaat vrijwel
iedereen om een gezellige schaakdag. Verhoog eventueel ook het inschrijfgeld en
zorg dan voor een paar consumpties, een kop soep of een maaltijd. Het
boerenkooltoernooi in Dwingeloo, waarbij de lengte van de worst afhankelijk is
van het tot dan toe behaalde puntentotaal, is een goed voorbeeld hoe het kan. Ook
de humor bij het paastoernooi Hoogeveen, waarbij iedereen een ei krijgt per
nederlaag, is een goed voorbeeld.
Verder leven er misschien ideeën bij clubs om meer mensen
aan het schaken te krijgen. De NOSBO zou een initiatief kunnen nemen om
brainstormsessies te organiseren om deze ideeën te genereren en door te geven
aan anderen. Verder zou het NOSBO-bestuur snel uitbreiding moeten krijgen.
Het helpt natuurlijk niet als de NOSBO haar belangrijkste
en redelijk goed lopend toernooi, het Persoonlijk Kampioenschap, plotseling,
zonder de ALV te raadplegen, niet meer op zeven woensdagavonden organiseert,
maar onderbrengt bij het weekendtoernooi van SC Groningen, dat wegens gebrek
aan deelname vorig jaar werd afgelast. Café Atlantis sprong in het gat, maar
het vervangende toernooi trok slechts 14 deelnemers.
Uiteraard moet er continu geprobeerd worden om in het
nieuws te komen. Niet alleen door te flyeren op (sport)markten zoals de
KEI-week in Groningen, maar ook op wijkmanifestaties. Wellicht zouden de
stedelijke clubs kunnen samenwerken om tot een gemeenschappelijke folder te
komen. Er zijn nog vele wijkkrantjes, al gaan er door het internet steeds meer
ter ziele. Wellicht kan er door vrijwilligers een column over en met
schaakpuzzels in zo’n krantje worden verzorgd (b.v. zoals Oostermoer het doet).
Ook hier zou een persoon een rubriek voor meerdere krantjes kunnen maken.
Een zwak punt in de schaakwereld is training. De meeste
clubschakers doen hier niets aan en de enkelen die het wel doen in het algemeen
weinig gestructureerd. Veel mensen
hebben hier misschien geen behoefte aan, maar toch loont het om eens een
clubavond op zo’n manier in te richten, of eventueel voor de interne partijen
aan. Ook hier zouden clubs kunnen samenwerken. Een ander zwak punt is de
overstap van huisschaker naar clubschaker. Zelfs de sterkste huisschakers
worden door de meeste clubschakers afgemaakt. Juist voor hen heeft structurele
training erg veel zin. En het moet voor clubs toch niet moeilijk zijn om
training t/m stap 3, 4 te kunnen geven….
Waarschijnlijk zijn er nog veel meer ideeën te bedenken
om tot een aantrekkelijker noordelijk schaakleven te komen. Commentaar, via
deze site of op facebook, juich ik dan ook van harte toe.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten